Input
Aan het einde van de les kun jij:
invoer gebruiken in je programma met input()
de invoer van een gebruiker opslaan in een variabele
goede en foute code met input herkennen
Even opfrissen!
Begin op een nieuwe pagina en zet erboven: Les 4a
1) Is de code goed of fout?
De code is goed -> schrijf wat de code print
De code is fout -> schrijf FOUT
Extra: schrijf ook wat er fout is
1. hobbies = ['dansen', 'voetballen', 'zingen']
print('Zullen', 'we', 'gaan', hobbies[1], 'morgen')
2. namen = ['Jan', 'Robin', 'Samir']
print('Mijn', 'beste', 'vriend', 'heet', namen[0])
3. talen = ['Python', 'JavaScript', 'HTML']
print('De', 'beste', 'programmeertaal', 'is', taal[1])
4. snoepjes = ['chocolade', 'zuurtjes', 'drop']
print('Ik', 'hou', 'van', snoepjes(2))
5. straatnamen = ['Witte Hertstraat', 'Takstraat', 'Coolsingel']
print('Ik', 'woon', 'in', 'de', 'straatnamen[2]')
6. hobbies = ['dansen', 'voetballen', 'zingen']
print('Ik', 'zit', 'op', hobbies[0])
7. kleuren = ['blauw', 'geel', 'groen', 'paars', 'roze']
print('Mijn', 'trui', 'is', kleuren[5])
8. namen = ['Jan', 'Robin', 'Samir']
print(namen[3], 'is', 'mijn', 'beste', 'vriend')
9. vakken = ['Aardrijkskunde', 'Nederlands', 'Coderen']
print('Ik', 'vind', vakken[4], 'leuk')
10.kleuren = ['blauw', 'geel', 'groen']
print('De', 'deur', 'is', kleuren[1])
11.doelgroep = 'leerlingen'
print('Hallo', doelgroep)
12.naam = 'Jansen'
#print('Hallo', 'meneer', naam)
13. #les = coderen
print('Dit', 'is', les)
14.dag = 'woensdag'
print('Het', 'is', 'vandaag', 'woensdag')
2) Maak de code af
Je krijgt een zin, en jij moet de code afmaken. Je hoeft alleen de lijst en de aanwijzer in je schrift te schrijven. Voorbeeld:
Er moet geprint worden: 'Ik vind geel mooi' Maak de code af in je schrift.
kleuren = ['blauw', 'geel', 'groen']
print('Ik', 'vind', kleuren[...], 'mooi')
Dan schijf jij in je schrift: kleuren[1] Nu jij!
Er moet geprint worden: 'De trui is groen'.
kleuren = ['blauw', 'geel', 'groen']
print('De', 'trui', 'is', kleuren[...])
Er moet geprint worden: 'Ik hou van drop'
snoepjes = ['chocolade', 'zuurtjes', 'drop']
print('Ik', 'hou', 'van', snoepjes[...])
Er moet geprint worden: 'Zullen we gaan gamen morgen?'
hobbies = ['gamen', 'voetballen', 'zingen']
print('Zullen', 'we', 'gaan', hobbies[...], 'morgen?')
Er moet geprint worden: 'Mijn beste vriend heet Samir'
namen = ['Jan', 'Robin', 'Samir']
print('Mijn', 'beste', 'vriend', 'heet', namen[...])
Er moet geprint worden: 'De beste programmeertaal is Python'
talen = ['Python', 'JavaScript', 'HTML']
print('De', 'beste', 'programmeertaal', 'is', talen[...] )
Er moet geprint worden: 'Ik woon in de Takstraat'
straatnamen = ['Witte Hertstraat', 'Takstraat', 'Coolsingel']
print('Ik', 'woon', 'in', 'de', straatnamen[...])
Einde werkblad! Ben je klaar, leg dan je schrift bovenaan op je tafel.
Invoer
1) Je krijgt een aantal codes, én de invoer van een gebruiker.
Voorbeeld:
print('Koffie', 'of', 'thee?')
drinken = input()
print('Je', 'wilt', 'dus', drinken)
---
Input: koffie
De invoer is: koffie (kijk bij Input) De code print: Je wilt dus koffie
.
Wat wordt er geprint bij onderstaande codes na de invoer van een gebruiker?
1. print('Suiker', 'of', 'melk?')
in_de_thee = input()
print('Okee', 'ik', 'doe', 'er', in_de_thee, 'in')
---
Input: melk
2. print('Hoe', 'laat', 'is', 'het?')
tijd = input()
print('Het', 'is', tijd)
---
Input: tien uur
3. print('Hoe', 'heet', 'jij?')
naam = input()
print('Hallo', naam)
---
Input: Jantien
4. print('Hoe', 'heet', 'jij?')
naam = input()
print('Hallo', 'naam')
---
Input: Achmed
Einde werkblad! Ben je klaar, leg dan je schrift bovenaan op je tafel.
Fouten bij invoer
1) Wat print deze code? Is de code fout -> schrijf FOUT Is de code goed -> schrijf wat de code print na de invoer van de gebruiker.
1. print('Hoe', 'heet', 'jij?'
naam = input()
print('Hallo', 'naam')
---
Input: Achmed
2. print('Hoe', 'heet', 'jij?')
voornaam = input()
print('Hallo', naam)
---
Input: Sabine
3. print('Koffie', 'of', 'thee?')
drinken = input
print('Je', 'wilt', 'dus', drinken)
---
Input: thee
4. print('Regent', 'het?')
antwoord = input()
print(antwoord, 'het', 'regent')
---
Input: Ja
2) Fouten
Al deze codes zijn fout. Wat is er mis?
1. print('Over', 'welk', 'dier', 'gaat', 'het?')
dier = input()
print('Dit', 'verhaal', 'gaat', 'over', dier
2. print('Over', 'welk', 'dier', 'gaat', 'het?')
input()
print('Dit', 'verhaal', 'gaat', 'over', dier)
3. print('Koffie', 'of', 'thee?')
drinken = input
print('Je', 'wilt', 'dus', drinken)
4. print('Regent', 'het?')
antwoord input()
print(antwoord, 'het', 'regent')
Einde werkblad! Ben je klaar, leg dan je schrift bovenaan op je tafel.