Les 5a
Nog even oefenen met de if
Opdracht 1: Wat printen deze codes?
Je krijgt een aantal codes, én de invoer van een gebruiker. Wat wordt er geprint?
Voorbeeld:
print('Suiker of melk?')
in_de_thee = input()
if in_de_thee == 'melk':
print('gieten')
else:
print('schudden')
---
Input: melkDe invoer is: melk (kijk bij Input:) De code print: gieten. Nu jij!
1. print('Suiker of melk?')
in_de_thee = input()
if in_de_thee == 'melk':
print('gieten')
else:
print('schudden')
---
Input: suikerOpdracht 2: Schrijf de if's zelf!
We gaan steeds de goede dierengeluiden printen. Deze horen bij elkaar:
hond - waf
kat - miauw
kikker - kwak
eend - kwek
koe - boe
varken - oink
Wat moet er op de puntjes? Alleen dat hoef je in je schrift te schrijven.
Last updated
Was this helpful?